Dan wel: in actie voor (nog wat) meer leven rondom eigen huis
Na Circulaire Economie in januari en afvalvermindering in februari staan de Nijmeegse Green Capital Challenges (GCC) in maart in het teken van biodiversiteit. En heb ik dus ook dit thema opgepikt om actie op te ondernemen richting een kleinere ecologische voetafdruk. Genoeg te doen (of te laten) – maar niks heel ingewikkelds hoor!
Over níet spitten dit voorjaar. Stenen uitbreken. Insecten verwelkomen en opdringerige exoten bestrijden. Doe jij ook mee met deze down-to-earth acties?
Spitten en onkruid: láten!
Vorig weekend trapte ik (voorzichtig) af naar een biodiverser bestaan rondom mijn eigen huisje, met de lezing “Alle kleine beestjes helpen”, van Marc Siepman in OPEN Slowcafe Nijmegen (vaker interessants te doen daar trouwens!). Over hoe een gezond “ondergronds” ook bovengronds aan meer levendigheid bijdraagt. Hier realiseerde ik me toch echt nog flink onwetend te zijn op tuiniersgebied. En blijkbaar was mijn pa’tje, die mijn broer en mij tijdens onze puberjaren heel wat zaterdagse uurtjes met riek, schop, schoffel en zakken mest de tuin rond navigeerde, ook niet zo alwetend als ik altijd dacht. Want ettelijke van de handelingen die ik toen opgedragen kreeg en ook al jarenlang in eigen achtertuin uitvoer werden nu krachtig onderuit geschopt. De bodem flink omspitten, onkruid met wortel en al eruit: niet doen dus, als je op termijn een gezonde bodem wilt behouden (zie ook dit artikel in online magazine “Wroeten”). Scheelt overigens wèl flink werk, dit voorjaar.
Kijk- en luistertip!
Fascinerend hoor, wat er onder onze voeten allemaal wriemelt en kruipt en zich een weg baant. En vooral ook: hoe dat allemaal sámenwerkt. Van nature dan dus, als de mens er niet lompweg en letterlijk doorheen walst. Op Marc’s website vind je een video met een korte versie van zijn lezing over het belang van bodemleven. Kijk um, misschien gaat er ook voor jou een (onder)wereld open!
Welkom insecten!
Van het duistere ondergrondse naar het kleurrijke(re) bovengrondse, want ook daar is, uiteráárd, van alles groen(ers) te doen – en láten. Insecten een handje helpen bijvoorbeeld, een populatie die in de regel misschien wel net zo on(der)gewaardeerd wordt als slijmzwam, nematode of pantoffeldiertje – maar net zo goed van essentiële waarde is voor het leven op deze aardkloot. Najaar 2017 werd dan ook groot alarm geslagen toen uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat in amper een kwart eeuw 75 procent van de vliegende insecten is verdwenen. Minder ruimte door menselijk toedoen is een oorzaak. En wellicht ook het gebruik van insecticiden in de landbouw – dat kon dít onderzoek niet onomstotelijk bewijzen. Maar de dramatische gevolgen voor broedvogels en bestuiving van planten en gewassen vallen zeker niet te ontkennen.
Dit beeld past in het Grote Uitsterven dat biologen nu waarnemen, de zogenaamde zesde periode van massa-extinctie. De vorige vond 66 miljoen jaar [!] geleden plaats en maakte een eind aan alle dinosauriërs. Toen was de mens er nog niet. Maar de huidige periode van massa-extinctie wordt dus wèl door ons veroorzaakt. Das in feite massamóórd dus: alleen al in de afgelopen eeuw lieten we zo’n 200 soorten gewervelde diersoorten uitsterven (Bron: Trouw, oktober 2017).
Kortom, ik ga ze een stukje leefruimte teruggeven, die bijen en vlinders en voor mijn part nog andere insecten. In navolging van de massale bouwactiviteit die door de GCC in Nijmegen is geïnitieerd, staan er op korte termijn ook insectenhotelletjes op mijn actielijst – of zogenaamde zootels, als ze specifiek voor bijen zijn ingericht. Helemaal niet zo moeilijk te maken, en nog leuk tijdverdrijf ook!
Bouw-tips!
Meedoen als bedrijf of instelling? Laat het de aanjager van deze GCC weten! Zelf doen? Zie hier hoe je voor Buzz de Bij een warm bedje spreidt. Vlinders hebben zo hun eigen woonwensen, zie bijvoorbeeld hier. Enneuhh… heb je geen zin of tijd om zelf aan de slag te gaan, kan je natuurlijk ook gewoon een insectenhotelletje in het tuincentrum kopen. Alhoewel het ook dan wel handig is je een beetje in de woongewoonten van insecten te verdiepen, wil je niet het risico lopen dat jouw goede bedoelingen voorbij gevlogen of gefladderd worden.
…Vaarwel exoten!
Maar terwijl ik enerzijds aldus hoop meer leven te lokken en te stimuleren, ga ik anderzijds aan het uitroeien. Jawel. Want die plant die afgelopen jaar ineens zo weelderig in mijn achtertuintje groeide en wiens mooie paarse bloemetjes ik juist nog zo bewonderde, dat blijkt toch een lichtelijk misselijk geval te zijn. Althans, in deze contreien. ’t Blijkt een zogenaamde invasieve exoot te zijn – de reuzenbalsemien (en ja, hóóg werd ie inderdaad). Van oorsprong uit de Himalaya en door menselijk toedoen (maar niet perse bewust) hier terechtgekomen. En een bedreiging voor de inheemse biodiversiteit – ze verdrijft de eigen flora en fauna en laat na haar bloei kale erosiegevoelige plekken na. Daarom staat de reuzenbalsemien sinds vorig jaar op de zogenaamde Unielijst, samen met nog bijna 50 andere exoten die in de EU bestreden dienen te worden. En dus zal ik ze, met in alle eerlijkheid wel een beetje pijn in mijn hart, dit jaar maar grondig uit mijn achtertuintje verwijderen. En ik heb ook alvast de week van de Invasieve Exoten in mijn agenda gemarkeerd (15 tm 24 juni), want dan wordt er in Nijmegen collectief uitgeroeid. Auw.
Stenen breken
Minder steen, meer groen, dat is kortweg Operatie Steenbreek – die overigens naast in Nijmegen in nog tientallen andere gemeenten meer plaatsvindt. Stenen maken het heter in de stad, zorgen voor meer fijnstof, jagen dus die nuttige insecten weg, voeren zomers het regenwater te snel weg en houden ‘s winters juist te weínig water vast. Minder steen in de stad is gewoonweg gezonder, en aangenamer. En bovendien heel wat kleurrijker – en daarmee ook mooier. Toch?!
Met die gedachte is Operatie Steenbreek Nijmegen half maart voortvarend van start gegaan. Op 14 maart, Nationale Boomfeestdag, werd de stad in één klap 6000 planten en bomen groener. Maar de ambities zijn nog veel groter dan dat: dit jaar 100.000 tegels vervangen door groen. Nijmegenaren worden opgeroepen hier een steentje aan bij te dragen. Of feitelijk áf te dragen dus. Dat kan heel letterlijk, op de zogenaamde tegelinzameldagen die De Bastei organiseert. Krijg je er nog plantjes voor terug ook.
App-tip!
Download de gratis Huisje Boompje Beter app vol praktische tips om jouw tuin klimaatbestendig(er) te maken. Bij elke voorgestelde actie geeft de app informatie over de kosten, moeilijkheidsgraad, benodigdheden en effecten. En naderhand kan je jouw eco-score meten en vergelijken met anderen.
Nu kan ik weinig stenen meer breken rondom mijn eigen huisje. Achter liggen een paar hoogstnoodzakelijke vierkante meters voor een zithoekje. De houten vlonders heb ik er afgelopen najaar al uitgewipt, ten behoeve van nog wat meer groen(ten). Vóór verlevendig ik mijn straatje al zomers lang met potten en bakken en zo her en der een verwijderde tegel vol kleurige bijen- en vlinderslokkende bloemetjes.
Mijn groen gedoe blijkt echter niet bij iedereen in goede aarde te vallen. Naast, gelukkig, vooral veel positieve commentaren op mijn uitbundige geveltje, liet een buurvrouw-van-wat-verderop weten dat het vooraanzicht van mijn huisje naar haar mening en die van “veel oud-straatgenoten” een, jawel, verloedering van het straatbeeld vormde. En bedankt. Een paar jaar geleden dit zich vergelijkbaars voor. Toen dacht ik een gezellige Burendag te organiseren, bovenal om de sociale cohesie tussen die (toen al!) oud-bewoners en de nieuwkomers te bevorderen (vier jaar daarvoor was mijn straatje grondig gerenoveerd en deels dus herverdeeld). Laat ons gezellig samen boomspiegels aanleggen – had ik bedacht. Leuke manier om elkaar wat beter te leren kennen en heel wat mooier dan dat vertrapte gras. De subsidie en het koffiepakket van het Oranjefonds waren al binnen. Maar op de tientallen uitnodigingen hiertoe werd slechts een enkele positieve reactie gegeven. De overige reacties bestonden uit een meermaals hartgrondig “Groen?! Niks groen, gooi er liever steen in!” tot en met het verwijt dat de straat met “onze” komst van altijd-de-netste-straat-in-de-wijk tot een achterbuurt (ja, echt) aan het verworden was. Vanwege die plantenbakken en weelderig groeiende blauwe regens rondom de regenpijpen aan de gevels van, inderdaad wel opvallend overwegend, de “nieuwkomers” dus. Tssjaa.
Kortom, “samen aan de slag gaan in je straat of buurt”, zoals De Bastei tipt als vergroeningsmethode? Ik geloof niet dat ik van mijn eigen straatgenoten veel enthousiasme of medewerking hoef te verwachten. Of zal ik dit jaar een nieuwe kans wagen?!
Samen-doen-tip!
Dat “samen aan de slag gaan” wordt dit jaar in Nijmegen nadrukkelijker gestimuleerd. Onder het credo “samen maken we de wijk” krijgen Nijmegenaren nu namelijk een budget voor hun eigen plannen in de openbare ruimte van hun wijk. Daartoe maakt de gemeente jaarlijks 1 miljoen euro vrij uit het bestaande onderhoudsbudget; het budget per wijk is gebaseerd op aantal bewoners en hoeveelheid openbare ruimte. Op nijmegen.mijnwijkplan.nl kun je jouw groene (of andere) ideeën insturen (of andermans ideeën bekijken), en support van andere wijkgenoten werven (of je aansluiten bij andermans ideeën). Wijkregisseurs beoordelen vervolgens of de wensen gerealiseerd kunnen worden. De voor eind juni ingediende en positief beoordeelde ideeën worden nog dit jaar gerealiseerd. Ideetje?
Jeukende handen
Met of zonder buren (of hun goedkeuring), ik heb juist gistermiddag mijn zadenvoorraad geïnspecteerd en deels met een wijkgenoot geruild (na haar oproep hiertoe via nextdoor – ik had het er al eerder over in mijn post over circulair handelen: zo’n handig medium!), dus binnenkort gaat mijn tuintje – achter én voor – weer flink op de schop. Maar nu wel, met dank aan Marc’s bodemlessen, met wat meer beleid.
Met jeukende handen,
Marisha
Ps. Aanstaande dinsdag: Duurzaamheidscafé over biodiversiteit!
Een gedachte over “Mijn groen[er] doen (en laten) in 2018 [6]”