Over een andere boeg [2]

Rotterdam

Dan wel: een greep uit drie dagen binnenvaartleven.

Dit wordt geen uitgedachte post, geen artikel met kop-romp-staart constructie, geen stuk dat systematisch de 5 W-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom) beantwoordt. Gewoon wat losse flodders; dingen die ik deze eerste paar dagen ter binnenvaart heb meegemaakt, en ge- of bedacht.

Want (gelijk één van die gedachten) ik kan deze tijd nog altijd wel veel tijd achter dit geval en in cyberspace doorbrengen, maar zie mijn inleidende post “over een andere boeg”: ik ben deze ervaring aangegaan omdat ik juist ook méér met de voeten op de grond wil staan, met de handen in de aarde (iets dat ik overigens na dit waterige avontuur tijdelijk flink veelvuldig ga doen, in combinatie met schrijfwerk over het hoveniersvak), en/of met het hoofd in de wind.

Een gedachte in het verlengde daarvan: ik kan deze tijd ook wel (willen) benutten om me te bezinnen op hoe en waarmee straks, na deze ervaring, verder te gaan, in mijn werkzame leven. Maar ik kan natuurlijk ook “gewoon” in het hier en nu leven. Zonde om dit onbekende (tijdelijke) leven op het water aan me voorbij te laten gaan door mijn hoofd te breken en tijd en energie te besteden (verspillen?) aan wat kán of zou moeten zijn. Ik merk dat ik in dergelijke bezinning nu in ieder geval even geen .. na ja.. zin  heb. Het even niet zo zinnig vind. Zoiets. Kán dat überhaupt: je afgedwongen bezinnen?

Afijn, daarom dus geen vooropgezet en zwaar doordacht stuk. Gewoon, een greep uit drie dagen binnenvaart!

Scheepsdagboek 8 mei 2017

Gestaag maar voortvarend

Tussen andermans bedrijvigheid door (het laden en lossen dus) is het best aardig aanpoten. Het schoon- en droogmaken van het laadruim (8 mei) is een flinke klus, ook al deel ik um met stuurman Vlado. Meer dan 750 vierkante meter, schoon aan de haak. En de afgelopen twee dagen heb ik me, zoals het een goede deksvrouw betaamd, toch op zijn minst reguliere werktijden aan schrob- en schuurwerk gekweten. Op de wat labielere ondergrond van een binnenvaartschip is dat toch nog wat inspannender dan vergelijkbaar werk aan land. Lekker, deze fysieke arbeid en mezelf vies maken.

De dagen zijn lang: de drie ochtenden die ik nu meevaar zit ik nog voor zessen bij kapitein Ronald in de stuurhut, en pas tegen middernacht houdt het monotone bonken in de machinekamer stil.

Evengoed lijkt tot dusver (oke, nog niet echt ver dus) het binnenvaartleven niet een leven vol hectiek of haast. Geen enorme tijds- of prestatiedruk (zoals bijvoorbeeld bij Centerparcs, waar je anderhalve minuut krijgt om een bed af te halen en op te maken. Of zoals in de bedrijfscatering waar je in een paar uurtjes tijd honderden broodjes belegd moet hebben). Ik jacht niet van het een naar het andere (deels zelf over mijzelf afgeroepen) gedoe, heb niet continu nog minstens drie activiteiten in mijn hoofd om “gauw gauw” na het huidige nog te doen. Het leven aan boord kent een geheel ander ritme dan dat aan land. Het gaat zijn gangetje, gestaag maar voortvarend. Letterlijk en figuurlijk. Best prettig wel, eigenlijk.

Daarmee toch maar zo een punt om in de beoogde bezinning mee te nemen. Maar nu even niet; ik wil deze post afronden, ook al had ik eigenlijk nog (visueel) scheepsverslag willen doen van dag 2 en 3 en nog zo wat belevenissen willen verhalen. Maar ik wil vérder, niet blijven hangen in deze digitale wereld en eerder maar naar het nu en naar buiten, handen uit de mouwen, de frisse Friese morgenlucht opsnuiven. Het is inmiddels 11 mei, bijna zeven uur, en we varen alweer bijna drie uur, op weg naar Delfzijl.

Ofwel: wordt vervolgd, weer een keer. Voor nu: met voortvarende groet!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s